Door je in te schrijven, ga je automatisch akkoord met het reglement. Heb je nog vragen? Neem dan contact met ons op via [email protected].
LET OP: ER IS EEN BELANGRIJKE WIJZIGING OP HET GEBIED VAN STROOIGOED IN DE OPTOCHT! HET GOOIEN VAN SNOEP EN/OF KADOOTJES IS PER 2019 TEN STRENGSTE VERBODEN!
ALGEMEEN REGLEMENT:
1. Deelname aan de optocht is alleen mogelijk na inschrijving en na bevestiging van deelname door de Optochtcommissie.
2. Deelname aan de optocht geschiedt geheel op eigen risico.
3. Stichting Borns Carnaval (SBC) en de onder haar verantwoordelijkheid werkende Optochtcommissie kan, als organisator van de carnavalsoptocht, nimmer aansprakelijk gesteld worden voor schade ontstaan voorafgaand, tijdens of aansluitend aan de Bornse Carnavals Optocht.
4. Voor alle categorieën geldt dat minimaal een persoon van de deelnemers de minimale leeftijd van 18 jaar moet hebben bereikt.
5. Ook voor deelnemende kinderen en kindergroepen geldt dat er, in verband met de veiligheid, minimaal een volwassene mee moet lopen.
6. Aanwijzingen gegeven door leden van de Optochtcommissie, verkeersregelaars en politie dienen onmiddellijk en strikt te worden opgevolgd.
7. Tijdens de opstelling van de optocht mag een wagen niet onbeheerd worden gelaten.
8. Het is niet toegestaan om reclame, in welke vorm dan ook, in de voorstelling te verwerken. Het voeren van een firmanaam wordt reeds als reclame-uiting beschouwd.
9. Het is niet toegestaan tijdens de optocht handelingen te verrichten of na te laten waardoor gevaar, schade en/of hinder ontstaat of kan ontstaan. Eventuele veroorzaakte schade en/of andere gemaakte kosten zullen op de deelnemer(s) worden verhaald.
10. Discriminerende, seksistische, maatschappelijk of politiek gevoelige en/of aanstootgevende voorstellingen, in welke vorm dan ook, zijn niet toegestaan en worden uitgesloten van deelname.
11. Deelnemers dienen het vallen van gaten in de optocht te voorkomen. Indien een deelnemer of groep een “act” wil uitvoeren dient dit uitsluitend in voorwaartse richting plaats te vinden.
12. Het is niet toegestaan om voorafgaand, tijdens en bij ontbinding van de optocht vuurwerk en/of rookbommen te ontsteken. Ook het op andere wijze veroorzaken van knallen is verboden.
13. Het meevoeren, nuttigen of aannemen van alcoholische dranken is voorafgaand aan en tijdens de optocht ten strengste verboden voor allen die deelnemen.
14. Het is niet toegestaan om materialen te gooien, uit te delen of te gebruiken die hinderlijk, belastend of vervuilend zijn voor milieu, deelnemers, toeschouwers of omwonenden zoals vloeistoffen, spuitbussen, confetti, stro, hooi, zaagsel, versnipperd papier, etc. Schoonmaakkosten voortvloeiend uit het overtreden van deze regel, zullen op de deelnemers worden verhaald.
15. Het strooien of werpen van snoepgoed of kleine cadeautjes is ten strengste verboden.
16. Het uitdelen van snoepgoed is verboden.
17. Uitdelen van kleine cadeautjes, niet zijnde reclame-uitingen, is wel toegestaan.
18. Het voeren van (potentieel gevaarlijke) special effects, en met name het gebruik van bal- en/of confettikanonnen hierbij, is nadrukkelijk verboden.
19. Een los voorwerp of object dat langer en/of breder en/of hoger is dan 2,5 meter dient voor aanvang van de optocht ter keuring aan de optochtcommissie te worden aangeboden.
20. LET OP! Er is een beperking aangaande het geluidsniveau. Het maximale aantal decibellen uit geluidsinstallaties mag niet hoger komen dan 90 DB. Er worden metingen verricht naar het geluidsniveau.
21. Het maximale aantal decibellen uit geluidsinstallaties mag voor (dus bij aanrijden en tijdens de opstelling) en na (ontbinding) de optocht niet hoger komen dan 75 DB.
22. In voorkomende situaties waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de SBC of de optochtcommissie namens haar.
23. Bij overtreding van onderhavig reglement volgt uitsluiting van jurering of zelfs onmiddellijke verwijdering uit de optocht. De beoordeling hiervan berust bij het bestuur van de SBC of de leden van de optochtcommissie namens haar.
24. Het in beroep gaan tegen beslissingen genomen door het bestuur van de SBC of de leden van de optochtcommissie namens haar, is niet mogelijk.
25. Voor alle bovenstaande bepalingen geldt: de optochtcommissie en/of haar afgevaardigden kunnen op elk moment disciplinaire maatregelen nemen.
26. Bij een eerste (kleine) overtreding wordt er een officiële waarschuwing gegeven. Dit betekent onverwijld een aftrek in de punten voor de jurering.
27. Bij een tweede/ dan wel een grote overtreding volgt verwijdering uit de optocht.
Aanvullend Reglement Wagens
Deelnemers met een gemotoriseerd voertuig dan wel een aanhanger of oplegger die gemotoriseerd wordt getrokken dienen zich in te schrijven in de categorie wagen en dienen tevens te voldoen aan voorliggend aanvullend reglement.
28. Elke wagen wordt vooraf minimaal tweemaal gekeurd door de optochtcommissie. De eerste keuring zal zo snel als mogelijk geschieden na aanmelding. Tijdens deze keuring wordt de wagen gekeurd voor de start van de bouw. De tweede keuring vindt plaats op een gezamenlijk nader af te stemmen tijdstip, waarbij de wagen wordt gekeurd in (bijna) gerede staat. Wanneer noodzakelijk geacht door de keurmeesters kan een derde keuringsmoment worden ingepland. De Optochtcommissie neemt na aanmelding contact op met deelnemers voor het inplannen van een eerste keuringsafspraak. Let op! Het laatste moment waarop wagens gekeurd, dan wel herkeurd kunnen worden is de zaterdagvoorafgaand aan de optocht.
29. Bestuurders van een wagen en/of trekkend voertuig dienen in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs.
30. Tenzij anders aangemeld, wordt de bestuurder ook als contactpersoon en verantwoordelijk aanspreekpunt aangemerkt.
31. Een bestuurder mag niet onder invloed verkeren van alcohol en/of verdovende middelen. Bestuurders van een wagen/voertuig kunnen verplicht worden om mee te werken aan eenalcoholtest.
32. Een wagen moet binnen de volgende maatvoering blijven:
a. maximale hoogte = 6.50 meter;
b. maximale breedte = 4.00 meter;
c. maximale lengte = 15 meter (inclusief trekkend voertuig 18 meter);
d. minimale vrij hoogte = 20 centimeter (dit i.v.m. verkeersdrempels).
33. Een gemotoriseerde wagen dan wel het trekkende voertuig dient voorzien te zijn van een sleepoog aan de voorzijde. Het trekoog moet sluitend aan de trekpen zijn.
34. Een getrokken wagen behoort middels een gezekerde, deugdelijke en geschikte koppeling te zijn verbonden met het trekkende voertuig.
35. De reminrichting van het trekkende voertuig dient gescheiden te zijn van het getrokken voertuig.
36. De algehele technische staat van de wagen en/of trekkend voertuig dient voldoende te zijn, bijvoorbeeld als het gaat om de volgende onderdelen (niet-limitatief):
a. banden, vering/wielophanging en assen;
b. luchtbalgen;
c. reminrichting en handrem;
d. chassis en carrosserie;
e. eigen opbouw en zekering van bewegende delen;
f. kantbalken en lasnaden (minimaal 70 % afgelast).
37. Voertuigen worden gecontroleerd op vloeistoflekkage. Vanaf 2020 worden vloeistoflekkages gezien als een milieudelict.
38. Er dient zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van brandwerende en vertragende materialen.
39. Het is niet toegestaan om houders met extra brandstof mee te voeren op de wagens, tevens is bijvullen tijdens de optocht ten strengste verboden. (zorg dus voor voldoende brandstof in de tank).
40. Het gebruik van een dieselaggregaat geniet de voorkeur.
41. Aggregaten dienen voldoende te zijn vastgezet en op een goed toegankelijke plaats te staan.
42. Indien een aggregaat is ingebouwd dient de ruimte voldoende te zijn geventileerd.
43. Wij raden met klem aan een CO-meter in deze ruimte te installeren omdat zich hier mogelijk ook mensen bevinden tijdens de optocht.
44. Uitlaatgassen mogen niet in de richting van deelnemers en publiek worden weggevoerd.
45. Benzine- en dieselhouders dienen voldoende gezekerd te zijn.
46. Elektrotechnische installaties dienen op een deugdelijke wijze te zijn aangelegd.
47. Elektrotechnisch installaties, ten behoeve van bewegende delen dienen beveiligd te zijn middels een goed bereikbare noodstop-voorziening.
48. Op een wagen dient een goed gevulde EHBO-trommel of -koffer aanwezig te zijn.
49. Twee gevulde, goedgekeurde ABC-blussers van ten minste 5 kg p/st moeten op twee verschillende en goed bereikbare plaatsen op de wagen aanwezig zijn.
50. Elke wagen dient minimaal 2 blusdekens bij zich te hebben.
51. Indien een wagen en/of trekkend voertuig van een kenteken is voorzien, of normaliter voorzien behoort te zijn, behoort dit voertuig aan de wettelijke keuringsbepalingen te voldoen zoals deze van toepassing zijn op voertuigen met het betreffende kenteken.
52. Kopieën van het kentekenbewijs, keuringsbewijs en (WA) verzekering dienen te worden ingeleverd bij de keurmeesters, ten laatste een week voor de optocht.
53. Indien de wagen (normaliter) geen kenteken voert, dient te worden gezorgd voor een afdoende (WA) verzekering op naam van de bestuurder of verantwoordelijke van het voertuig/wagen. Ook hiervan dient een kopie te worden ingeleverd, ten laatste bij het afhalen van het startnummer.
54. Deelnemers wordt geadviseerd om in aanvulling op de WA-verzekering een ongevallenverzekering voor passagiers en bestuurder af te sluiten en een praalwagenverzekering, waarmee zowel de praalwagen als het trekkend voertuig kunnen worden verzekerd, in overweging te nemen. Op die manier zijn deelnemers verzekerd tijdens deelname aan de optocht, de rit naar de startplaats van de optocht en het vervoer van de praalwagen na optocht. Voornoemde verzekeringen zijn af te sluiten bij verschillende verzekeringsmaatschappijen. De organisator (Stichting Borns Carnaval) draagt zorg voor de evenementenverzekering.
55. Elke wagen benoemt een veiligheidscoördinator, welke herkenbaar is door een hesje dat voor aanvang van de optocht door de organisatie wordt verstrekt en bij het ontbinden van de optocht weer bij de organisatie dient te worden ingeleverd. De gegevens van de veiligheidscoördinator (naam en mobiel nummer) moeten bij de organisatie bekend zijn. De veiligheidscoördinator ziet erop toe dat de veiligheidsmaatregelen zoals in dit reglement omschreven worden nagekomen. De organisatie zal de veiligheidscoördinator hierop controleren en eventueel aanspreken.
56. Wagens dienen begeleid te worden door wagenbegeleiders. Minimaal 6 personen per wagen, waarbij ieder van deze personen bij aanvang van de optocht de minimale leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.
57. Wagenbegeleiding dient herkenbaar te zijn, mag in de voorstelling worden opgenomen en dient ter hoogte van de wielen mee te lopen.
58. Voor kleine wagens kan, in overleg en met schriftelijke goedkeuring van de Optochtcommissie, de begeleiding tot 4 personen worden teruggebracht.
59. Indien het uitzicht van de bestuurder is beperkt is het verplicht om minimaal een extra begeleider mee te laten lopen.
60. Indien de wagen is ingericht als zijnde dat er zich personen op kunnen bevinden zijn er enkele veiligheidseisen van kracht:
a. tijdens de optocht is het, met uitzondering van noodgevallen, NIET toegestaan om van een rijdend voertuig op of af te stappen;
b. op- en afstappen mag uitsluitend middels een daarvoor geschikte inrichting;
c. deze inrichting, bijvoorbeeld een vaste trap of entree, mag NOOIT aan de voorzijde of tussen wagen en trekkend voertuig uitkomen;
d. de ingang/uitgang dient voldoende veilig in gebruik te zijn;
e. personen op een wagen dienen tegen vallen beschermd te worden d.m.v. een vaste reling met een minimale hoogte van 80 centimeter.
61. Wagens dienen aan een minimaal carnavalesk niveau te voldoen. Wagens ingericht als of met de uitstraling van skihut of zgn zuipkeet zijn niet toegestaan en worden uitgesloten van deelname. Er wordt aangeraden:
a. om veel en felle kleuren te gebruiken;
b. korte en duidelijke teksten (minimaal) op ooghoogte;
c. zorg voor beweging op (en evt. naast / bij) de wagen;
d. zoek contact met het publiek;
e. laat je idee / thema betrekking hebben op lokale situaties / actualiteiten.
Herzien: November 2024